Alles over Wit-Rusland

Reizen naar Witrusland, vakantiehuis, de jacht, visserij, Minsk.

Algemeen info over de tours naar Witrusland

Beschrijving van de tours naar Witrusland

Prijzen

Witrusland op bezoek

Foto van Witrusland tours

Reisbureau OrangeSmile van Nederland naar Witrusland

Ontdek jouw Witrusland

Nederland  English  Deutsch
Witrusland

Algemeen

Wit-Rusland (Witrusland) of Belarus (officiele naam: Respublika Belarus) ligt in Oost-Europa en is volledig omsloten door andere landen: in het noorden en oosten aan Rusland (959km), Letland (141km) en Litouwen (502km) in het noordwesten, Oekraine in het zuiden (891km) en Polen (407km) in het westen.
De oppervlakte van Wit-Rusland is 207.600km2 en het land is daarmee bijna vijf keer zo groot als Nederland.

Landschap

Het landschap van Wit-Rusland is over het algemeen vlak te noemen met veel moerasgebieden. De gemiddelde hoogte bedraagt 162meter.
Slechts 8 percent van het landschap heuvelachtig en het hoogst gelegen punt is de Dzjarzhinskaja op 346meter. Van de Poolse grens in het zuidwesten tot de Russische grens in het noordoosten loopt de heuvelrug Belaruskya Grada (‘Wit-Russische Rug’). Riviervalleien doorsnijden deze heuvelrug in een aantal hoogvlakten.
Het landschap kent verder vele oerbossen, velden, moerassen, meren en grote rivieren als de Dnepr (700km door Wit-Rusland), Berezina, Dvina en Pripyat. Kleinere rivieren zijn de Sozh en de Bug. In totaal telt Wit-Rusland ca. 20.800 rivieren en beekjes met een totale lengte van circa 90100 km.
Het laagland telt verder vele meren en meertjes, circa 10800, waarvan het Naroch-meer (79,6km2) en het Osveyskoye-meer (52km2) de grootste zijn.
Het Pripyat-moerasgebied in het zuiden van Wit-Rusland was eens het grootste moerasgebied van Europa. Uitgestrekte gebieden zijn echter gedraineerd en geschikt gemaakt voor landbouw.

Klimaat

Wit-Rusland ligt op de overgang van een continentaal klimaat naar een maritiem klimaat, met niet zo koude winters en warme zomers. De gemiddelde temperaturen schommelen van -4 tot -8 °C in januari tot 19 °C in juli. De warmste maand is juli, met temperaturen tot 30 °C.
Van january tot maart is het land bedekt met sneeuw, maar het kan zelfs tot in mei ’s nachts vriezen. De Wit-Russische winters worden af en toe getemperd door warme westelijke winden vanuit de Baltische Zee. Oostelijk Wit-Rusland heeft lange, strenge winters met minstens 70 dagen onder nul.
De natste maanden zijn juni en augustus, maar gemiddeld valt er niet buitensporig veel regen: tussen de 550mm en 700mm per jaar. De meeste regen valt in het lage heuvelland in het noorden van het land.

Planten en dieren

Wit-Rusland heeft een zeer divers planten- en dierenleven, dat sinds zich sinds de laatste ijstijd, ca. 10000 jaar geleden, ontwikkeld heeft. Coniferensoorten als pijnbomen en sparren komen vooral in het zuiden voor, maar ook berken en elzen.
Bladverliezende bomen als eiken en haagbeuken zijn vooral te vinden in het noorden van het land. Verder is er een enorme diversiteit aan veen- en moerasplanten en langs de rivieren groeien vooral wilgen.
Woelmuizen, otters, bevers en vogels als patrijzen, ganzen en eenden komen in de buurt van rivieren veel voor. Wilde zwijnen, wolven, minks, herten, elanden en boommarters zijn bosbewoners.

Het Puszca Bialowieza (Belavezhskaya Pushcha), gelegen in het grensgebied van Polen en Wit-Rusland, is met een oppervlakte van 1200km2, waarvan 74000 ha in Wit-Rusland, het grootste laaglandoerbos van Europa. Er komen circa 120 soorten broedvogels voor en veel grote zoogdieren als lynxen, wolven, elanden, edelherten en bevers. In 1920 besloot de Poolse regering het gebied te beschermen en werd het Bialowieza (Belavezhskii) Nationaal Park gesticht, dat inmiddels op de werelderfgoedlijst van de UNESCO staat. Het park wordt door Polen en Wit-Rusland samen beheerd.
Hier komt ook nog op vrij grote schaal de Europese bizon (Aurochs) of wisent voor, Europa’s grootste zoogdier. Dit dier was in de 20e eeuw bijna uitgestorven, maar door een succesvol fokprogramma leven er nu weer enkele duizenden exemplaren in het park. Veel bomen in het park zijn 350 tot 600 jaar oud en soms meer dan 45meter hoog. Ook in het Wit-Russische natuurreservaat Berezina (Bjarezinski zapovednik), dat in 1925 tussen Minsk en Polatsk werd gesticht, leeft een kudde wisenten.
De Pripyat-rivier is zeer belangrijk voor trekvogels. Jaarlijks komen hier meer dan 250 soorten voor.

Geschiedenis

Oudheid en Middeleeuwen

Archeologen hebben nederzettingen ontdekt die al van 10000 jaar geleden dateren, de neolithische periode. In de 5e eeuw van Chr. vestigden de eerste Wit-Russen zich in de bossen vlaktes nabij de Pripyat rivier.
De gebieden van het huidige Wit-Rusland werden in het begin van onze jaartelling al bewoond door Slavische stammen. Eind 9de eeuw leefden op het huidige Wit-Russische grondgebied enkele Oost-Slavische stammen, waaronder Polotsjanen, Dregovitchi en Krivitchi. In deze tijd werd ook het rijk van Kievskaya-Rus hier gevestigd, onder aanvoering van de Rurikovitchi.
Onder de heerschappij van dit volk kwam er een einde aan de stamstructuur, dat werd vervangen door een aantal deelvorstendommen, waarvan dat van Polotsk het belangrijkste werd.
De versnippering van de macht zette zich tot in de 13de eeuw door, waardoor het Wit-Russische grondgebied gemakkelijk werd veroverd door de Litouwer Gedyminas (1315-1340). Na de vereniging van Litouwen en Polen in 1569 kwam het huidige Wit-Rusland onder steeds sterkere invloed van de westerse beschaving te staan en steeds verder af van de Russische beschaving. In deze tijd werd het gebied aan de Boven-Dnjepr Wit-Rusland genoemd, het gebied ten zuiden van de Neman-rivier werd nog een hele tijd Zwart-Rusland genoemd.

Wit-Rusland onderdeel van het Russische keizerrijk

Eind 18e eeuw kwam Wit-Rusland door de zogenaamde Poolse delingen bij Rusland (Rietch Pospolita). Sterke nationale gevoelens voorkwamen echter dat Wit-Rusland gerussificeerd werd. Dit bleek ook na de Russische Revolutie van 1905, toen de Wit-Russische Socialistische Republiek (Bjeloroeskaja Sotsjalistitseskaja Hramada) haar culturele autonomie bleef behouden. Na de Oktoberrevolutie van 1917 werd Wit-Rusland door de bolsjewieken als een afzonderlijke natie beschouwd en kreeg zelfbeschikkingsrecht.

Wit-Rusland als een deel van de Sovjet-Unie (BSSR)

Na de Vrede van Riga in 1920 werd het westelijke deel van Wit-Rusland aan Polen overgedragen. Wat er overbleef van het Wit-Russische grondgebied werd in 1922 een deelstaat van de Sovjet-Unie (USSR) met de officiele naam Belaroeskaja Sovjetskaja Sotsjalistitsjeskaya Respoeblika (of BSSR). Na de Russische inval in Polen kreeg Wit-Rusland haar gebieden weer terug, om ze na de Tweede Wereldoorlog weer aan Polen te verliezen. De bevolking had ondertussen zeer te lijden onder het brute bewind van de Duitsers. In de zomer van 1944 werden de Duitsers uit Wit-Rusland verdreven en werd het land weer een volledige lidstaat van de USSR. Opmerkelijk was wel dat bij de oprichting van de Verenigde Naties in 1945, Wit-Rusland volwaardig lid mocht worden, ondanks een buitenlands beleid dat door de USSR bepaald werd.

Onafhankelijkheid

Eind jaren tachtig verloor de Sovjet-Unie langzaam haar greep op de vele lidstaten. Overal bloeide het nationalisme op en op 27 juli 1990 verklaarde Wit-Rusland zich een soevereine staat. Op 25 augustus 1991 riep Wit-Rusland haar onafhankelijkheid uit en in december 1991 vormde het samen met Oekraine en de Russische Federatie het Gemenebest van Onafhankelijke Staten (GOS).
De eerste presidentsverkiezingen werden in juni 1994 gehouden en uiteindelijk gewonnen door Aleksandr Loekasjenko (Lukashenko), die op dat moment voorzitter was van de parlementaire anti-corruptiecommissie. In juli stapte de regering Kebitsj op en de nieuwe premier werd de economische hervormer Michail Tsjigir. De overgang naar een markteconomie verliep echter zeer moeizaam en werd 1994 afgesloten met een dalende industriele productie, een gigantische inflatie en een sterk dalende levensstandaard. Bovendien verzette het Wit-Russische parlement zich hevig tegen het privatiseringsprogramma van de regering.


Economie en Toerisme

De economie wordt nog steeds, zoals in de Sovjet-periode, centraal aangestuurd. Sinds de onafhankelijkheid heeft het land te lijden van een hoge inflatie en na een periode van diepe recessie in de jaren 1990-1995, is er sprake van economische groei (geschat op 6,4% in 2004 en 9,0% in 2005).

De export naar de Rusland is zeer belangrijk voor Wit-Rusland en deze goede economische betrekkingen hebben er voor gezorgd dat de economische situatie niet zo slecht is als in andere voormalige Sovjet-repoubliken. Een nadeel van deze situatie is dat een economische crisis in Rusland direct grote gevolgen heeft voor de economie van Wit-Rusland. Wit-Rusland is verder totaal afhankelijk van het Russische aardgas en olie; Litouwen levert een groot deel van de elektriciteit.

De economische hervormingen zijn na het aantreden van president Loekasjenko grotendeels teruggedraaid of nauwelijks in gang gezet. In het nieuwe hervormingsprogramma van Loekasjenko zijn de uitgangspunten economische groei, sociale maatregelen en financiele stabiliteit. Er ligt veel nadruk op hervormingen in de landbouwsector, maar ook in deze sector is de invloed van de overheid groot.
De conservatieve economische politiek van Wit-Rusland heeft er voor gezorgd dat instanties als het IMF en de Wereldbank er niets voor voelen om te investeren in de economie van het land. Buitenlandse investeerders investeerden in 2002 slechts 16 mln dollar, terwijl de regering voor dat jaar gehoopt had op 400 mln dollar. Het gemiddelde inkomen lag in 2006 op 200 dollar, maar een groot deel van de bevolking haalt dat niet eens.

De industrie zorgt voor circa 40% van het bruto binnenlands product (bbp). Belangrijk zijn de mineralen en chemische fabrieken in steden als Salihorsk en Hrodna met hun kunstmestfabrieken en olieraffinaderijen in Novopolatsk en Mazyr. Een belangrijke energiebron is turf, dat veel voorkomt in de Pripet-moerassen. Verder wordt er veel kalium gewonnen dat geexporteerd wordt naar het buitenland. Er zijn koper, nikkel, lood en nog wat andere metalen gevonden, maar deze zijn nog niet te exploiteren.

Wit-Rusland ligt centraal in het Europese transportsysteem. De rivieren hebben hierin altijd een belangrijke rol gespeeld, met de Zwarte Zee in het zuiden en de Baltische Zee in het noorden. Ook de spoorwegen vormen een belangrijk onderdeel in het transportsysteem van Wit-Rusland.

Bevolking, Taal, Samenleving

Samenstelling

Wit-Rusland telt circa 9,8 mln inwoners, waaronder 81,2% etnische Wit-Russen, 11,4% Russen, 4% Polen, 2,4% Oekrainers en een klein aantal Tataren.
De enige niet-Slavische minderheid van Wit-Rusland zijn de Roma (Tzigane nation), die voornamelijk in sommige steden en dorpen in het zuiden en zuidoosten wonen.
Voor de Tweede Wereldoorlog leefden er vele Polen, joden en een vrij grote Duitse minderheid in Wit-Rusland. De meeste werden gedood of vluchtten, of werden naar Siberie gestuurd.
Voor de oorlog was 10 percent van de bevolking Joods en in steden als Minsk, Hrodna, Brest en Vitsebsk maakte het aantal joden zelfs tussen een derde en driekwart van de bevolking uit. Als gevolg van de Holocaust is op dit moment slechts 1 percent van de bevolking joods.
Wit-Rusland kent geen minderheden die zich willen afscheiden, ondanks een roerig verleden en de tegenstellingen tussen katholieken (Polen) en Russisch-orthodoxen.

Demografische gegevens

In Wit-Rusland wonen circa 10.1 mln mensen. De bevolkingsdichtheid bedraagt ongeveer 50 inwoners per vierkante kilometer. In 1994 leefde 68% van de bevolking in de steden en 32% op het platteland. Er zijn meer dan 200 stedelijke regio’s en twaalf steden met meer dan 100 000 inwoners. De meeste Wit-Russische steden werden al in de 12e eeuw gesticht en de oudste noordelijke stad Polotsk, gesticht in het jaar 862.
Veel etnische Wit-Russen wonen in Polen, Rusland, Oekraine, Kazachstan, Letland, Litouwen en Estland. In het Westen wonen meer dan 1 mln Wit-Russen, met name in Engeland, Duitsland, Frankrijk, Belgie, de Verenigde Staten, Canada en Argentinie.


De natuurlijke bevolkingsgroei bedroeg in 2005 - 0,09%.

Geboortecijfer per 1000 inwoners is 10,8

Sterftecijfer per 1000 inwoners is 14,2

Levensverwachting is 63,3 jaar voor mannen en 74,6 jaar voor vrouwen

Zuigelingensterfte per 1000 levendgeborenen: 13,4

Leeftijdsopbouw
0-14 jaar: 16%
15-64 jaar: 69,5%
65+: 14,5%


Grootste steden (2004)

Minsk 1.741.372
Homel (Gomel)’ 481.197
Mahileu (Mogilev) 365.102
Vicebsk (Vitsebsk) 342.381
Hrodna (Grodno) 314.833
Brest 298.329
Babrujsk (Babruisk) 220.823
Baranavici (Baranovichi) 168.553
Barysau (Borisov) 150.375

Taal

Het merendeel van de talen van Oost-Europa behoort tot de Slavische taalgroep. De Oost-Slavische tak -Wit-Russisch, Russisch en Oekraiens-, is met 200 mln mensen die deze talen spreken, het belangrijkst.
De officiele talen in Wit-Rusland zijn Wit-Russisch en Russisch. Het feit dat veel Wit-Russen nog steeds Russisch spreken is een gevolg van de russificatie tijdens het Sovjet-tijdperk. In die tijd werd aan 80% van alle kinderen alleen in het Russisch lesgegeven; nu wordt in beide talen les gegeven. Tot 1984 was Wit-Rusland de ex-Sovjet-republiek waar de eigen bevolking het slechtst de eigen taal sprak. Op dit moment spreekt nog steeds slechts 11% van de bevolking vloeiend Wit-Russisch.
In 1990, net voor de onafhankelijkheid, werd het Wit-Russisch tot officiele taal uitgeroepen. Voor veel mensen ging deze overgang echter veel te snel en na een referendum in 1995 werd ook het Russisch tot officiele taal uitgeroepen. Tot op de dag van vandaag speelt het Russisch dan ook nog een grote rol in het dagelijkse leven. Zelfs president Loekasjenko (Lukashenko) praat beroerd Wit-Russisch en houdt al zijn speeches in het Russisch. Hoewel er een aantal Wit-Russische kranten zijn, zijn die gelardeerd met Russische artikelen.
Wit-Russisch wordt gewoonlijk geschreven in het cyrillische alfabet en heeft leenwoorden uit het Russisch en Pools. Hoewel het Wit-Russisch en het Russisch erg op elkaar lijken, zijn er toch grote verschillen in de uitspraak en de spelling; een Rus zou hoogstens 60 percent begrijpen als hij voor het eerst Wit-Russisch hoort.
Verder worden er nog een aantal dialecten gesproken. Jiddisch wordt nog gesproken door de joodse minderheid. Andere minderheidstalen zijn Pools en het Turks van de Tataren.

Na de onafhankelijkheid werd het land in het Wit-Russisch 'Respublika Bielarus' genoemd en in de westerse media 'Belarus'. Nationalisten preferen Belarus omdat het een afstand schept ten opzichte van Rusland; zij die pleiten voor een unie met Rusland prefereren de oude spelling.

Godsdienst

Vanaf de Russische Revolutie in 1917 tot de onafhankelijkheid eind jaren tachtig van de vorige eeuw, was Wit-Rusland een atheistisch land. Alle religies werden verboden door de Russen en vele kerkleiders vluchtten naar het buitenland. Voor 1917 had Wit-Rusland 2466 religieuze congregaties: 1650 orthodoxe, 127 rooms-katholieke, 657 joodse, 32 protestantse en wat moslimgemeenschappen.
Sinds de onafhankelijkheid beleeft het religieuze leven een ware revival, met name onder de jongeren. Feit is ook dat religie en politiek onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. De religieuze groeperingen in Wit-Rusland hebben dan ook zowel een religieuze als een politieke agenda voor Wit-Rusland.
De meeste Wit-Russen zijn Russisch-orthodox (80%). Daarnaast is er een belangrijke minderheid van rooms-katholieken (8%). In 1989 werd de eerste Wit-Russische katholieke bisschop geinstalleerd, Tadeusz Kondrusiewicz, een in Wit-Rusland geboren Pool. Ook zijn er ook nog enige protestanten (van Duitse afkomst), moslims en joden. Aan het begin van de 20e eeuw telde Wit-Rusland nog 704 joodse synagogen, op dit moment nog maar 15.
Veel mensen zijn atheist gebleven. Op de grens tussen rooms-katholiek en orthodox Oost-Europa bevindt zich een mengvorm waarvan de gelovigen wel de paus erkennen, maar vasthouden aan de orthodoxe riten. Deze tussenvorm, de Uniatische kerk, heeft in Wit-Rusland enkele kleine congregaties.
De orthodoxe kerken zijn georganiseerd als onafhankelijke instituten op nationale basis onder een aartsbisschop, bisschop, metropoliet of patriarch.

Staatsinrichting

Wit-Rusland is een presidentiele republiek met een machtige president aan het hoofd. In 1996 werd er door president Loekasjenko (Lukashenko) een referendum uitgeschreven, waarna de in 1994 tot stand gekomen constitutie werd aangepast. Hierbij werd de 13e Opperste Sovjet (het parlement) ontbonden en vervangen door een Nationale Assemblee van twee kamers: het Huis van Afgevaardigden met 110 leden en de Senaat met 64 leden (waarvan 6 aangewezen door de president). Internationaal werd het referendum van 1996 beschouwd als in strijd met de grondwet. Het gevolg was dat noch de grondwet van 24 november 1996, noch de in dat jaar tot stand gekomen Nationale Assemblee worden erkend door de gemeenschap van westerse landen. Tot op heden beschouwen zij de 13e Opperste Sovjet, onder leiding van haar voorzitter Sharetski, als rechtmatige volksvertegenwoordiging.
Ook werd de zittingstermijn van het staatshoofd met 2 jaar verlengd tot 7 jaar en kreeg hij belangrijke volmachten. Zo benoemt de president een aantal belangrijke leden van de rechterlijke macht, w.o. de president van het Hooggerechtshof, alsmede het hoofd van de verkiezingscommissie en de president van de nationale bank.
Verder benoemt hij, met toestemming van het Huis van Afgevaardigden, de eerste minister en de hoofden van regionale en locale raden.

Onderwijs

Kinderen zijn verplicht om onderwijs te volgen van 6 tot 17 jaar. De basisschool duurt vier jaar en daarna volgen zeven jaar voortgezet onderwijs. Voorschools onderwijs is wordt door de staat gesubsidieerd en circa 60% van alle kinderen gaat naar de kleuterschool.
Op 15-jarige leeftijd kiezen studenten tussen een universitaire opleiding, een beroepsopleiding of een gespecialiseerde opleiding. Er zijn opvallend veel sportopleidingen, alleen in Minsk al enkele tientallen.
De meeste hogescholen en universiteiten geven in Russisch les, daar tegenover staat dat de meeste basisscholen in het Wit-Russisch onderwijs geven. Opmerkelijk is dat in ‘Russische’ scholen veel vaker Wit-Russisch geleerd wordt dan omgekeerd.
In de hoofdstad Minsk nam het aantal ‘Wit-Russische’ scholen af van 220 in 1994 naar 11 in 2002. Minsk heeft twee universiteiten en telt 22 joodse zondagscholen.

Copyright: www.landenweb.net

terug


íàøè ïàðòíåðû

íàøè ïàðòíåðû
 
© Copyright 2002 OrangeSmile Tours Ãîëëàíäèÿ Wit-Rusland Belarus